Bij “Dansen met de Goden” en bij Kirtan-Happenings wordt er nadrukkelijk ruimte gemaakt (letterlijk en figuurlijk) om te dansen. Iedereen kan bewegen, en dus ook bewegen op muziek, en dus ook dansen. Dansen is niets anders dan bewegen-op-muziek. Aan “gewoon” bewegen worden geen eisen gesteld, niets hoeft, alles is goed, zoals jij het voelt is het goed.
Naast zingen is namelijk ook dansen een middel om nog verder aan de Kirtan deel te nemen. Beweging verdiept de beleving van het zingen en de muziek, en haalt je nog meer uit je hoofd. Naast het meditatieve deel van Kirtan, komt zo ook het uitbundige deel meer tot uiting.
Hieronder 2 artikeltjes over dansen.
Afrikaanse lessen voor de westerse ‘kijkmens’
door Wim Haan
(knip)
Bij de Yorubá is de muziek van grote importantie voor het welzijn van de mensen. De Yorubá geloven dat God – Olodumare – op aarde geïncarneerd is in ashé, wat zoveel betekent als ‘kracht’. Ashé, zo zou je kunnen zeggen is een goddelijke stroom die al het levende doordringt. De Yorubá kennen daarnaast een groot aantal spirituele wezens, orisha genaamd. Ze zijn als het ware de personificatie van de ashé. Er bestaat een grote afhankelijkheid tussen mens en orisha. Een probleem dat zich voordoet in het menselijk leven is bijna altijd het resultaat van een frictie tussen een individu en zijn/haar orisha.
Het is dus zaak om een goede band te onderhouden met de orisha. En juist hier speelt ook de Yorubá muziek een cruciale rol. De orisha kan namelijk door dans en muziek te hulp worden geroepen bij het oplossen van problemen. Elke orisha vergt een specifiek muzikaal ritme. De orisha daalt af tijdens rituele bijeenkomsten om zich met zijn menselijke kinderen te verenigen. Pas dan kan de kracht van de orisha worden aangewend om de problemen ten goede te keren.
(knip)
Dansen met de Goden
‘Dansen met de goden’ was de titel van de lezing die ik ooit heb gehouden over traditionele Afrikaanse muziek. Die titel biedt een ingang om iets van de complexiteit van de Afrikaanse muziek te verduidelijken. Het lidwoord ‘met’ zal misschien bevreemding wekken. Vanuit ons westers perspectief zouden we eerder geneigd zijn om hier het lidwoord ‘vóór’ in te voegen: dus ‘Dansen voor de goden’. Muziek, dans als eerbetuiging aan de godheid. Maar een swingende God de Vader, te midden van de kerkelijke goegemeente!! Dat kunnen we ons moeilijk voorstellen.
Toch is het geen verschrijving. Dat woordje ‘met’ geeft immers duidelijk aan hoe verschillend westerse en Afrikaanse culturen alleen al tegen de verhouding van de diverse levenssferen aankijken.
In het Westen zijn we geneigd in tegenstellingen en onderscheid te denken: lichaam én geest, god én mens, godsdienst én andere aspecten van het menselijk bestaan, muziek én religie, religie én dans en ga zo maar door. Hier ligt echt een fundamenteel verschil met traditionele Afrikaanse culturen. Wie zich de moeite getroost om zich te verdiepen in die andere denk- en leefwereld, merkt al snel dat dat denken in ‘scheidingen’ de Afrikaanse traditie volkomen vreemd is.
Religie en Godsdienst en Dansen
Dansen met de goden is echt dansen mét de goden. Muziek en godsdienst zijn in dit verband één: immers godsdienst en leven zijn één, en muziek en leven zijn één. Van de vroege jeugd tot de hoge ouderdom is het leven doordrenkt met muziek. Van de eerste beweging tot de laatste beweging danst de mens. Ook dans is immers zo verweven met alledaagse dingen en handelingen, dat er geen onderscheid wordt ervaren.
‘In den beginne was er de dans’, zo luidt de titel van een hoofdstuk in het boek van Robert Fisher over West-Afrikaanse religieuze tradities. Dans, ritme, drummen, zang en mime: het is allemaal een uitdrukking van een manier van denken, voelen, en met elkaar communiceren. En ze hebben daarom ook een heel belangrijke sociale functie. Religieuze dans, zegt Fisher, heeft met name een sociale functie omdat het doel van religieuze dans de systematische controle van alle goede en kwade krachten is: het gaat om de harmonie tussen de geestelijke en de materiële wereld.
(knip)
===============================
“Voor wie dansten de Goden”
hele artikel
In de klassieke oudheid zou dansen een eerbetoon aan de goden zijn. Maar in Griekenland dansten ook de goden lustig. Ter ere van wie dan, vraagt dr. Frits Naerebout zich af. Hij organiseert van 23 tot 26 oktober een conferentie over de dans in de oudheid.
(knip)
‘In Nederland wordt er nog steeds vaak wat lacherig gedaan over het onderwerp dans’, volgens Naerebout. ‘Het zal wel samenhangen met het Calvinistische verleden.
(knip)
Tijdens de conferentie spreekt Naerebout zelf over het dansen van de goden. ‘In de cultus is de dans bij uitstek iets van de stervelingen voor de goden. Hoe moet je het feit dat die goden zelf ook dansen nu interpreteren? Is het een model voor het dansen door de gelovigen? Worden de goden voorgesteld als meedansend? In de literatuur is nooit veel aandacht besteed aan dit fenomeen, maar wel aan het offeren door de goden. Waar offert een god aan: zichzelf of andere goden? Dat offeren wordt geïnterpreteerd als symbool voor de religieuze sfeer. Dat kan ook gelden voor het musiceren en dansen van de goden.’
Letterlijk
Volgens Naerebout moet het musiceren en dansen van de goden heel letterlijk worden genomen. ‘De Grieken stelden zich hun goden daadwerkelijk voor als musicerend en dansend. Je kunt je dus toch afvragen of het wel allemaal symbolisch is of dat de goden daadwerkelijk meedoen aan hun eigen ritueel. De goden zijn in een heleboel opzichten menselijk in hun gedragingen. Ze nemen vrij volledig deel aan het leven van de mensen: ze eten, drinken, maken plezier. Ze worden geacht aanwezig te zijn bij de feesten die ter ere van hen worden aangericht en ze worden geacht te genieten van wedstrijden als de Olympische Spelen.’
Hoemeer ik lees op je website, hoe nieuwsgieriger ik word.
Ik heb ook altijd ervaring dat zingen en dansen/bewegen bij elkaar horen.
Ik heb me als belangstellende ook opgegeven voor nieuwsbrief.
En dat dat voor mij vaak beter werkt dan zittend mediteren.
met groet
Annemieke